Lars Gierveld en Floor van der Kemp hebben een documentaire gemaakt over de Zwarte Cross. De film legt uit hoe een crossfeestje in het buitengebied van Hummelo uitgroeide tot het grootste festival van Nederland met bijna 230.000 bezoekers.
Kijkers kunnen een inkijkje verwachten in het verleden van het roemruchte festival. Zo is er amateurbeeld gebruikt van de vader van Hendrik-Jan Lovink, die er al bij de allereerste Zwarte Cross in 1997 bij was. Ook geeft het een blik in de organisatie achter de Zwarte Cross, zo waren de makers te gast toen Lovink zijn afscheid aankondigde en toen de overname door Superstruct bekend werd gemaakt. “Alle deuren zijn opengegaan”, zegt documentairemaker Gierveld, die zelf als geboren Groenloër een warme band heeft met het festival. “We wilden er niet alleen zijn op de mooie momenten en daar hebben we afspraken over gemaakt. We waren op een gegeven moment kind aan huis met de camera.”
De film volgt oprichters Lovink, Gijs Jolink en Ronnie Degen vanaf de Zwarte Cross in 2019, toen er een mediastorm uitbrak vanwege al dan niet discriminerende bordjes. Met name over ‘Allah’s Afbakhar’ ontstond de nodige commotie. “Wat er toen gebeurde, vond ik als documentairemaker heel interessant”, zegt Gierveld. “Het festival, dat geen racistische intenties heeft, werd toen in één keer een soort arena van de polarisatie in Nederland. Ik was heel benieuwd hoe de mensen achter de Zwarte Cross ermee om gingen.”
De documentaire ‘Zwarte Cross: Vaak Bu-J Te Bang’ gaat op zondag 9 oktober in première bij Pathé Tuschinski. Daarna is hij te zien in andere bioscopen en via streamingsdienst Videoland. Waarom de eerste vertoning in Amsterdam is? “Het is het grootste festival van Nederland, niet alleen van de Achterhoek. Het is meer dat de Achterhoek via de Zwarte Cross zijn vleugels over Nederland heeft uitgespreid”, vindt Gierveld. “Wat is dan lekkerder dan om midden in de hoofdstad de première plaats te laten vinden?”
Foto: Lot of Brands
Dit bericht is tot stand gekomen in samenwerking met streekomroep REGIO8