De hele Achterhoek is tot en met volgende week vrijdag aangewezen als laagvlieggebied voor de internationale luchtlandingsoefening Falcon Leap. Liefhebbers van vliegtuigen kunnen, met een beetje geluk, onder meer militaire transportvliegtuigen uit Roemenië en Italië zien.
“We vliegen op een hoogte van ongeveer tachtig tot honderd meter over”, vertelt kapitein Joost namens de Koninklijke Luchtmacht. Vliegbasis Eindhoven is de uitvalsbasis van de oefening, waarbij militairen van de Landmacht en Luchtmacht onder meer oefenen met het droppen van ladingen en parachutisten. Dat gebeurt niet in de Achterhoek, maar de grote transportvliegtuigen zijn volgens de Luchtmacht wel te zien in het luchtruim boven de regio. “Het gaat om vliegtuigen in militaire kleuren die vaak met propellers zijn uitgerust”, vertelt de kapitein. “Omdat het verschillende vliegtuigen zijn, bieden we de crews een uitdaging.”
De Nederlandse troepen moeten samenwerken met militairen uit andere NAVO-landen, zoals Amerika, Tsjechië, Spanje en Griekenland. “Die combinatie tussen nationaliteiten, dat is met name waarom deze oefening zo geschikt is”, aldus de Luchtmacht-kapitein. “Verschillende landen die normaal allemaal hun eigen procedures hebben, komen in één missie bij elkaar op de plek waar we de Landmacht ondersteunen. Wij geven de troepen op de grond als het ware vleugels.”
De oefening wordt op zaterdag 16 september afgesloten met de herdenking van operatie Market Garden, onderdeel van de slag om Arnhem tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Dat is heel erg bekend, ook bij de militairen uit andere landen die meedoen”, vertelt de kapitein. “De motivatie om hier terug te komen en deel te nemen aan Market Garden wordt elk jaar expliciet uitgesproken door de deelnemende landen.”
Dit bericht is tot stand gekomen in samenwerking met streekomroep REGIO8.
© Foto: Koninklijke Luchtmacht