Streektaal verbindt, motiveert en inspireert. Dat bleek op het jaarlijkse streektaalsymposium van Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers op 6 november bij Graafschap Stadion De Vijverberg in Doetinchem. Vrijwel alle 150 aanwezigen hebben warme gevoelens bij streektaal, bleek uit een live poll. ‘Thuus’, ‘eigen’, ‘saamhorigheid’, ‘goed volk’, ‘vertrouwd’, ‘moodersprake’ en ‘op ow gemak’ waren een paar van de associaties van het publiek die in een grote woordwolk op het scherm verschenen.
Ook de gasten bij Frans Miggelbrink waren zonder uitzondering positief over streektaal en -cultuur. Of het nu de uitvaartverzorger is die de opluchting merkt als nabestaanden van een overledene merkt dat ze ‘gewoon plat könt praoten’, de van oorsprong Amsterdamse supermarktondernemer die zijn winkel volhangt met Achterhoekse spreuken, de gastouder die haar opvangkindjes in het Achterhoeks voorleest, de boerencoach die tachtig procent van haar, vaak moeilijke, gesprekken in streektaal voert of voetbalclub De Graafschap die er Achterhoekse kreten tegenaan gooit: allemaal stellen ze dat, door streektaal te gebruiken, er meteen iets gebeurt met mensen: het voelt vertrouwd, het is eigen, mensen voelen zich thuis en gehoord. Conclusie: Er mag meer plat worden gepraat. Bij het eerste contact met mensen (‘I-j heurt vanzelf of ze plat teruggepraot’).
Maar hoe zit dat in de politiek? Met de stelling ‘Elke raodsvergadering bie de gemeente mot in streektaal’ was een derde van de zaal het eens. Twee derde reageerde met ‘Nee joh, bu’j gek’. Alle raadsvergaderingen is wat veel, maar wethouder Arjen Schutten kon melden dat de gemeenteraad in Oost Gelre vanaf nu één vergadering per jaar in het Achterhoeks gaat doen.
Streektaal kan en mag veel vaker worden gebruikt en de unieke eigen mentaliteit, humor en andere positieve eigenschappen van – in dit geval – de Achterhoeker worden belicht. Maar dan moet het wel echt zijn. Is dat het geval, dan is er niets mis met het gebruik van streektaal om geld te verdienen.
Dat zette heel wat aanwezigen aan het denken. Wie weet vertaalt zich dat in het straatbeeld en horen en zien we meer streektaal in contacten met mensen, in de publieke ruimte en bij bedrijven. Dat was precies de intentie van het ECAL met dit symposium, dat de passende ondertitel ‘Streektaal: waes der wies met!’ meekreeg.