© Foto: Eric Mahieu

In 2024 werden er zo weinig wespen gezien dat de vraag “Gaat het slecht met de wespen?” regelmatig gesteld werd. Dit jaar lijkt het erop dat er meer wespen zijn, al ervaart niet iedereen dat zo. Zelfs bij horecaondernemingen zijn er grote verschillen in de aantallen wespen die op de terrassen komen. Met de Nationale Wespentelling hopen natuurorganisaties antwoord te krijgen op de vraag of er dit jaar meer wespen zijn dan vorig jaar.

Wat dit jaar opvalt is dat er vroege wespennesten zijn, maar ook late wespennesten. Voorzitter Sjoert Fleurke van de Wespenstichting: “Door het droge voorjaar zijn de vroege nesten niet allemaal voortijdig uitgestorven, we zien dat er daardoor wespennesten zijn die vroeger in het jaar tot wasdom zijn gekomen, en dan ook eerder zullen uitsterven. Dit heeft als gevolg dat de zoektocht naar zoetigheid ook eerder begint, maar dat gaat dus niet op voor alle wespennesten. “Er zijn ook veel wespennesten die het gebruikelijke tijdspad volgen, en waarvan de werksters dus pas in augustus op zoek zullen gaan naar zoetigheid.”

De meeste mensen denken bij wespen aan de geel-zwart gestreepte insecten die venijnig kunnen steken. Dat betreft slechts een klein deel van de ongeveer zesduizend wespensoorten die in Nederland voorkomen. Het zijn de sociale wespen die wespennesten bouwen die voor het negatieve imago van wespen zorgen. En eigenlijk ook maar twee van de zestien soorten die in ons land voorkomen.

Iedereen die wil meehelpen met de Nationale Wespentelling, moet een plek uitkiezen waar 30 minuten lang bijgehouden wordt welke wespen of op wespen lijkende insecten gezien worden. Dat kan van zaterdag 16 tot en met zondag 24 augustus. Men kan één keer of meerdere keren tellen. Op de website van de wespenstichting is meer informatie te vinden.

Vorig jaar telde de provincie Gelderland 113 deelnemers, die samen 140 keer hebben geteld. Daarmee was de grootste provincie van Nederland de koploper in het aantal tellers en het aantal tellingen.