Vraag een hoornist wat tot het kernrepertoire voor dit instrument behoort, en de kans is groot dat het Trio van Brahms genoemd wordt. De warme klank van de hoorn komt perfect tot zijn recht in dit romantische meesterwerk. Volgens ’Young artist in residence’ Camiel Lemmens is dit misschien wel het ultieme hoornwerk in de kamermuziek. Het trio toont hoe goed Brahms nagedacht heeft over de klankmogelijkheden van de natuurhoorn waarvoor het oorspronkelijk geschreven is. Lemmens speelt het trio op donderdag 7 augustus bij Podium Doesburg.

Het tweede werk in het programma komt van de Hongaarse componist Dohnányi, die zelf een groot bewonderaar van Brahms was, én ook door Brahms geprezen werd. Zijn Sextet uit 1935 vormt een brug tussen traditie en moderniteit. Dohnányi’s muziek is geworteld in de Brahmsiaanse stijl, met rijke harmonieën en klassieke vormstructuren — maar met een modern randje. In het eerste deel van dit sextet hoort men een vleugje Mahler, terwijl het laatste deel juist vol knipogen naar jazz en ragtime zit. Het derde werk van dit programma, een kwartet van Martinů, heeft een op het eerste gezicht ongebruikelijke bezetting van hoorn, klarinet, cello en trom. Martinů laat de hoorn voortdurend balanceren tussen het zachte van de klarinet en de scherpe klappen van de kleine trom — een klankwereld die rauw, hoekig en helder is.

Dit concert is onderdeel van de Serie Young Artist in Residence en begint om 20.00 uur. De toegang is € 25,00, jongeren onder 30 jaar betalen € 10,00.

© Foto: Peter Lodder