Twee nieuwe Jeugdschatten krijgen een plek in het Stedelijk Museum Zutphen: vondsten van de tienjarige Victor en Álfarr zijn vanaf 14 juni tijdelijk te zien in een speciale vitrine.

Stedelijk Museum Zutphen en Team Archeologie, partners in het Erfgoedcentrum Zutphen, moedigen ‘jonge archeologen in de dop’ aan. Voor hun vondsten staat in het museum een speciale vitrine. Vorig jaar presenteerde Thomas den Braven daar zijn Jeugdschatten. Nu nemen twee jongens van 10 jaar de plek over: Victor Luijendijk en Álfarr Olsen.

Victor deed vorig jaar een spannende vondst: uit de bouwput voor het nieuwe huis dat zijn ouders lieten bouwen in het buitengebied van Warnsveld kwam een grote klomp roest. Met het idee dat er een voorwerp in verstopt kon zitten, bikte Victor samen met zijn vader de roestige klomp voorzichtig schoon. Er bleek een oude ijzeren kop van een bijl in te zitten.

De smeedijzeren bijl is heel veel gebruikt en is zó sterk afgesleten dat de eigenaar “het bijltje erbij neer heeft gegooid”. De oorspronkelijke vorm van de bijl is onbekend, maar vermoedelijk gaat het om een timmermansbijl. Waarschijnlijk is de bijl ergens tussen de dertiende en negentiende eeuw gemaakt en hij kan dus zelfs nog middeleeuws zijn.

Als de uitdrukking “scherven brengen geluk” klopt, dan zijn archeologen de gelukkigste mensen op aarde. Ook Álfarr (10) uit Zutphen heeft veel geluk: bijna overal waar hij ook zoekt tijdens vakantie, wandelingen en rondom zijn school, vindt hij oude scherven, stukken vuursteen en andere schatten.

De oudste scherven van Álfarr komen we in Zutphen bijna niet tegen: Romeins aardewerk van bijna 2000 jaar oud. Hij heeft ze dan ook niet in Zutphen gevonden, maar tijdens een vakantie in Renesse (Zeeland). Hieronder zitten diverse rood gekleurde scherven van mooi versierd luxe servies dat archeologen terra sigillata noemen (uit het Latijn vertaald “gestempelde aarde”). De overige Romeinse scherven bestaan uit meer alledaags gebruiksaardewerk waaronder gladwandige kruiken (voor bijvoorbeeld wijn) en ruwwandige (kook)potten.

Ook dichter bij huis vond Álfarr scherven, onder meer Romeins en/of vroegmiddeleeuws aardewerk bij zijn oude basisschool in Vorden en in de buurt van een vakantiehuisje op de Veluwe (Coldenhove).

De jongste vondsten deed hij eveneens op de Veluwe, namelijk even ten westen van Eerbeek. Meer dan 300 jaar geleden werd hier de Gravinnebeek gegraven om helder water richting papiermolens te voeren. Bij deze plek vond Álfarr diverse scherven uit de zeventiende tot en met de vroege twintigste eeuw, waaronder een vergiet van roodbakkend geglazuurd aardewerk.

De jonge vinders onthullen hun vondsten zaterdag 14 juni om 11.00 uur samen met wethouder Sjoerd Wannet. Iedereen is hierbij van harte welkom. De onthulling is meteen de start van de Nationale Archeologiedag in Zutphen.

Het hele programma is te vinden op: www.erfgoedcentrumzutphen.nl.

© Foto: Erfgoedcentrum Zutphen