De Joodse families Philips, Meijers, Cohen en Jacobs, allemaal maakten ze deel uit van de Hengelose gemeenschap tot begin jaren veertig. Veel van deze mensen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord nadat ze uit hun thuisdorp waren weggevoerd, de meesten in kampen als Sobibor of Auschwitz. Sommigen nog kind of in een jeugdige leeftijd. Zoals Hans Cohen (16), die samen met zijn ouders Alexander (47) en Sara (49) aan de Ruurloseweg 18 woonde. De oudere broers Frits (20) en Bram (19) Cohen waren het huis al uit, maar ook zij overleefden de oorlog niet.
Ook voor een slachtoffer uit de gemeenschap van de Jehovah’s Getuigen, Bernard Luimes werd een Stolperstein aangebracht. Ter nagedachtenis aan al deze voormalige dorpsbewoners zijn op vrijdag 26 september jl. op twaalf adressen in Hengelo Stolpersteine onthult.
Stolpersteine – letterlijk ‘struikelstenen’ – liggen al op vele plekken door heel Europa. Ze worden sinds 1992 gemaakt door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig, ter nagedachtenis aan mensen die tijdens en rond de Tweede Wereldoorlog slachtoffer zijn geworden van het nationaalsocialisme. De messing steentjes krijgen een plek in de stoep voor de vroegere woning van deze mensen. Samen vormen ze één groot monument. Stolpersteine, letterlijk vertaald struikelstenen, je struikelt met je hoofd en je hart.

