Snowboarder Melissa Peperkamp uit Zelhem maakt zich op voor haar eerste Olympische Winterspelen. Als zeventienjarige stapt ze aan het einde van deze maand op het vliegtuig naar de Chinese hoofdstad Peking, maar het voelt voor haar niet als een droom die uitkomt.
“Het is nooit mijn droom geweest, omdat ik nooit heb gedacht dat ik er zo ver voor kon gaan”, aldus Peperkamp. “Bij mij is het er eigenlijk gewoon een beetje ingeslopen binnen drie jaar. Ik vind het supervet om eraan mee te doen maar of het een droom is? Ik doe gewoon wat ik leuk vind.” Peperkamp pakte eerder een zilveren medaille op de Olympische Jeugdspelen. Op basis van haar positie op de wereldranglijst is ze geplaatst voor de Spelen. Ze doet mee op de Slopestyle, waarbij ze trucs moet laten zien op een parcours. Ook op de Big Air komt ze in actie, hier moet ze één sprong maken. Of ze ook medaillekansen heeft, weet ze niet: “Het is echt fiftyfifty of je trucs landt of niet landt, omdat je natuurlijk op de Spelen wel echt voor goud gaat en dus je moeilijkste run doet, waardoor je best wel veel kans hebt om te vallen.”
Voor de zeventienjarige naar Peking gaat, moet ze thuis in Zelhem in quarantaine. Hoewel ze pas anderhalf jaar geleden vanuit Utrecht naar de Achterhoek verhuisde, is ze al aardig ingeburgerd. “De eerste paar maanden vond ik het best moeilijk en ging ik best vaak terug naar Utrecht”, aldus de Zelhemse. “Toen heb ik een vriendengroep ontmoet waar ik nu nog steeds mee om ga en waardoor ik gewoon heel snel carbid ben gaan schieten en gaan luchtbuksschieten en al die Achterhoekse dingen ben gaan doen.” De snowboardster is niet de enige in de familie die nieuwe interesses heeft ontwikkeld met de verhuizing: “Mijn vader en ik die zijn wel zeer Achterhoeks bezig, mijn pa heeft een crossmotor gekocht, dus ik voel me zeer ingeburgerd eigenlijk.”
Op 26 januari stapt de Zelhemse op het vliegtuig naar Peking, waar ze 5 en 6 februari bij de Slopestyle voor het eerst in actie komt. Ondanks alle coronarestricties in China heeft ze veel zin in haar avontuur: “Het is niet mijn enige Spelen hoop ik. Dus ik vind het eigenlijk ook wel vet om dit mee te maken. Dan kan ik misschien over vier jaar, als het coronavirus over is, zien hoe het écht is om de Spelen mee te maken.” Het meemaken in deze vorm is volgens de Zelhemse hoe dan ook een verhaal voor altijd: “Over twintig jaar kan ik dan zeggen: ‘Weet je nog in 2022 die Spelen? Het was echt alsof we in een bezemkast werden gestoken’ En dat is altijd gaaf en ik denk dat het ook wel wat heeft.”
Foto: Melissa Peperkamp