© Foto: Marian Oonk-Oosterink

Onder de zandgrond van nieuwbouwplan Het Loo bij Zelhem schuilt een verleden dat ouder is dan het dorp zelf. Tijdens recente opgravingen troffen archeologen sporen aan van boerderijen, hutkommen en waterputten uit de zesde en zevende eeuw – de vroegste sporen van bewoning in deze streek. In het nieuwe nummer van Um Zellem vertellen Bas Andeweg en Job de Gelder hoe archeoloog Sascha Benerink en zijn team laag voor laag de geschiedenis blootlegden. Hun verslag laat zien hoe onder toekomstige woonstraten de resten liggen van woonstalhuizen waarin mensen en vee ooit samenleefden.

Het verleden blijkt ook letterlijk zijn sporen na te laten in het heden. De gemeente Bronckhorst besloot onlangs om de nieuwe straten in Het Loo te vernoemen naar de archeologische vondsten op deze locatie: Wandgreppelweg, Hutkomweg, Paalkuilweg en Waterputweg. Daarmee krijgt de vroegmiddeleeuwse nederzetting een blijvende plaats op de kaart. Het besluit sluit naadloos aan bij de boodschap van het artikel: het verleden is geen afgesloten hoofdstuk, maar leeft voort in de namen, het landschap en de verhalen van vandaag.

Naast deze blik in de oertijd bevat Um Zellem 24 opnieuw een gevarieerde mix van lokale geschiedenis en persoonlijke verhalen.
In Halle-Nijman in een notendop reconstrueert Jan Oonk hoe een uitgestrekte heide zich in twee eeuwen tijd ontwikkelde tot een hechte buurtschap met school, molen en bakkerij. Een pioniersverhaal dat begint bij de dagloner Berend Wolsink en eindigt bij een dorp dat nog altijd zijn saamhorigheid koestert.
Sake Moesker richt zijn aandacht op een ander stukje Zelhems erfgoed: meubelmakerij De Klok. De 25-jarige boerenzoon Gerrit Ooijman opende er in 1926 zijn meubelmagazijn – met lef en zonder startkapitaal. De zaak groeide uit tot een begrip in Zelhem en bestaat bijna een eeuw later nog steeds, nu als Colors@home De Klok aan de Stationsstraat.

Ook het dialect leeft voort in dit nummer. Marian Oonk-Oosterink belicht het leven van schrijver Frans Roes, alias Herman van Velzen, wiens verhalen over de goedmoedige bezembinder Aornt Peppelenkamp decennialang wekelijks in De Graafschapbode verschenen. Zijn zoon Theo Roes, inmiddels 91, bewaart en bewerkt de handgeschreven verhalen van zijn vader, zodat er nog altijd nieuwe bundels van Herman van Velzen verschijnen. In het bijbehorende dialectverhaal De briefkaarte wordt Aornt opnieuw het slachtoffer van een komische 1-aprilgrap: “Kiek ’s naor de scheurkalender… 1 april! Zi-j hebt mien ’s weer te grazen ehad!”

In de vaste rubriek Vrijwilliger in beeld staat Annie Hagens-Tijken centraal, die al veertien jaar betrokken is bij museum Smedekinck. Ze vertelt met aanstekelijk enthousiasme over fondsenwerving, exposities en haar liefde voor het verenigingsleven.
Het Verenigingsnieuws kijkt vooruit naar het vijftigjarig jubileum van de Oudheidkundige Vereniging Salehem in 2026 en kondigt diverse activiteiten aan. Een opvallende nieuwkomer daarin is de workshop ‘Schrijven met AI’, die in januari 2026 wordt georganiseerd door de redactie van Um Zellem in samenwerking met Salehem. In deze praktische cursus leren schrijvers, historici en vrijwilligers hoe zij moderne hulpmiddelen als ChatGPT en NotebookLM kunnen inzetten om hun teksten te ordenen, aan te vullen en te herformuleren – zonder hun eigen stem te verliezen.

Um Zellem is een uitgave van de Oudheidkundige Vereniging Salehem in samenwerking met Stichting Museum Smedekinck. Het blad is vanaf 28 november 2025 verkrijgbaar bij museum Smedekinck, de ReadShop Zelhem en via de Oudheidkundige Vereniging Salehem.