Marinus Dijkhuizen is begonnen als nieuwe hoofdtrainer van De Graafschap. De komst van de opvolger van Jan Vreman werd maandagavond bekend en dinsdagochtend stond de 53-jarige trainer al voor het eerst op het trainingsveld van sportcomplex De Bezelhorst.
“Ik heb ervan genoten. Ik heb het na de training ook tegen ‘de boys’ gezegd dat ik anderhalf uur lang heb kunnen genieten”, vertelt de kersverse trainer. ”Na anderhalf uur was ik al een gedeelte van mijn stem kwijt, mijn stembanden waren dit even niet meer gewend.” Dijkhuizen ziet dat de intensiteit hoog lag bij de training: “Ik denk dat het een van de belangrijke factoren is om succes te hebben in de Keuken Kampioen Divisie, dat je een bepaalde hoge intensiteit haalt.”
Waar Dijkhuizen ook erg tevreden over was, is de terugkeer op het ‘normale’ grasveld. “Mooi, weer ouderwets met de Copa’tjes (Copa Mundial, klassieke Adidas-voetbalschoenen, red.) weer op het gras, dat was ik ook een tijd niet gewend. Als liefhebber voelt dat ook weer goed.”
De 53-jarige oefenmeester werd afgelopen zomer ontslagen bij Excelsior nadat hij met de Kralingers degradeerde uit de eredivisie. Het kriebelde al snel weer om aan de slag te gaan: “Als je een half jaar thuis zit en je kijkt dan naar welke ploegen er interessant zijn, zeker vanuit de eerste divisie, dan stond De Graafschap altijd al bovenaan mijn lijstje. Het is gewoon een hele mooie club.” Dijkhuizen spreekt vol lof over de sfeer in het stadion. “De sfeer is altijd geweldig, een beetje Engels. Voor KKD-begrippen staan ze met grote getallen achter de club. Je merkt dat er een grote achterban is voor de club.”
Het voetbal wat Dijkhuizen mee wil nemen, beschrijft hij als verzorgd, aanvallend voetbal. “Op verdedigend gebied ook een duidelijke structuur. Met name ook in een stukje restverdediging wat risico nemen om aanvallend te spelen”, vertelt Dijkhuizen. “Ik vind dat er wat moet gebeuren voor de goal, en met name in thuiswedstrijden. Dan moeten we kijken of we de wil kunnen opleggen aan de tegenstander.”
Dijkhuizen voelde veel vertrouwen vanuit de club in de gesprekken die hij voerde met het Berry Powel en Richard Roelofsen namens het technische hart van de club. Ook sprak hij met clubicoon Guus Hiddink. “Als zo iemand jou belt, dan doet dat mij natuurlijk heel veel”, schetst Dijkhuizen. “Dat voelt heel goed. Als je dan zoveel vertrouwen krijgt, dan kan je er ook snel uit komen met elkaar. Het is natuurlijk een grote meneer, dat weet iedereen. En als hij dan persoonlijk belt en zegt: ‘ik wil jou erbij hebben, want jij past bij ons’. Dat is mooi, ik voel me vereerd.”
Dit bericht is tot stand gekomen in samenwerking met streekomroep REGIO8