Op Hemelvaartsdag is er een eeuwenoude unieke traditie; roggebroden gewogen en geveild voor een goed doel. Deze traditie vond plaats bij de Muldersfluite aan de Zelhemseweg 44 tussen Hengelo en Zelhem.
Sinds 1529 mochten alleen boeren die eigenaar waren van een boerderij op de Markegronden van het Gooy, Dunsborg en op de Zellemmer-Hattemermarke plaggen en turf steken. Elk jaar op Hemelvaartsdag moesten ze dan een roggebrood van minstens 22 pond leveren bij de Dunsborger molen. Dit brood was voor de arme bewoners van de gemeente. Die dag bij de Muldersfluite groeide uit tot jaarlijkse feestdag van de Markegenoten. Bouwlieden op de Zelhemmer-Hattemermarke konden ‘s maandags na Hemelvaart hun brood op de Zelhemse brink leveren.
Volgens traditie gebeurt de broodweging ieder jaar op Hemelvaartsdag. Blaaskapel met boerendansers en rijtuig van de burgemeester lopen voorop. Dan volgen paard en versierde wagen met daarop de door de cijnsplichtige boeren geleverde roggebroden. De Goudse pijp rokende notabelen en burgemeester kijken toe bij het wegen van de grootste broden door veilingmeester en weger. Die broden worden eerst onder de toeschouwers geveild. Daarna is het tijd voor de verkoop van het andere roggebrood voor het goede doel.
Dit jaar is het regionale doel gekozen door Diaconie Zelhem: Stichting Zelhem Westerbork Toen & Nu. Aan het scholenproject van deze Stichting doen al ruim tien jaar leerlingen van groep 8 van de basisscholen van Zelhem, Halle, en Wolfersveen mee. In het kader van dit project wordt veel aandacht besteed aan de Tweede Wereldoorlog en de thema’s mensenrechten en discriminatie. Ook wordt een bezoek aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork gebracht.
Meer foto’s in ons fotoboek