De eerste vijftien minderjarige asielzoekers zijn maandag vanuit Ter Apel aangekomen op De Betteld bij Zelhem. De camping doet vanwege het grote tekort aan opvangplaatsen bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) tot eind maart dienst als thuis voor maximaal vijftig vluchtelingen.


“Het ziet er niet zo feestelijk uit en het is een beetje grijs, maar voor ons is dit een feestdag”, zegt woordvoerder Henk Jan Kamerbeek van het COA. De eerste vijftien asielzoekers kwamen maandag met taxibusjes naar de camping bij Zelhem toe. “Ik vond ze vrij relaxt binnenkomen”, aldus Kamerbeek. “Maar ja, daar kan je niks van zeggen, het zijn kinderen en je weet wat het is met pubers, die gooien niet meteen hun emoties eruit.” Gedurende de week volgen nog 35 andere minderjarige vluchtelingen uit onder meer Eritrea en Syrië. In totaal gaat het om 36 jongens en veertien meiden.

In eerste instantie krijgen de asielzoekers de tijd om te wennen, maar later zijn ze vrij om zich te verplaatsen op De Betteld en in de omgeving. “Dan moet iedereen ook aan de slag”, legt Kamerbeek uit. “Mensen moeten hun eigen maaltijd voorzien, boodschappen doen, hun kamers opruimen. De normale klusjes die je thuis ook doet.” Het bleek niet mogelijk om onderwijs te regelen op een school in de omgeving. “Dus ze gaan hier gewoon lessen volgen”, zegt Kamerbeek. “En ze gaan bezig met het programma wat erbij hoort als je in Nederland aankomt als vluchteling.”

Overlast voorkomen
Burgemeester Marianne Besselink van Bronckhorst was aanwezig om de vluchtelingen welkom te heten. Met 24-uurs begeleiding, beveiliging en dagbesteding, waarvoor het COA verantwoordelijk is, moet eventuele overlast worden voorkomen. “We hebben ook een e-mailadres opengesteld voor iedereen in Zelhem en de buurt heeft een telefoonnummer”, vertelt Besselink, die oproept om contact op te nemen als er vragen of klachten zijn. “Dan kunnen we samen kijken hoe we kunnen zorgen dat het voor iedereen een prettig verblijf is.”

Voetbalwedstrijd
Het COA hoopt dat er een wisselwerking ontstaat met de buurt. “Je ziet weleens dat er voetbalwedstrijdjes worden georganiseerd”, zegt Kamerbeek. “En ze gaan buurt maken heb ik begrepen, daar kunnen ook hele mooie dingen uit ontstaan.” Besselink weet niet in hoeverre ze onderdeel gaan uitmaken van de samenleving: “Er zal ook een deel hier maar heel kort zijn en niet de hele vier maanden. We hebben initiatieven uit de samenleving. Dat gaan we gewoon opzetten en dan maken we er een mooie vier maanden van.”