Bronckhorst is na het afvallen als locatie voor een grootschalig munitiedepot nog niet volledig uit het vizier van Defensie. De gemeente kan mogelijk worden aangewezen als laagvlieggebied. Gemeente Belangen Bronckhorst (GBB) ziet de zoektocht van het ministerie als ideale oplossing om windmolens in Laag-Keppel te voorkomen, maar betekent het worden van een laagvlieggebied inderdaad dat hier geen windmolens kunnen komen?
Fractievoorzitter van GBB Robbert van Velsen liet tijdens een politieke avond weten dat hij voorstander is van het worden van een laagvlieggebied, omdat ‘de discussie over hoge windmolens dan in één keer over is’. Van Velsen denkt dat mensen meer vrede zullen hebben met laagvliegende helikopters, dan met de grote windmolens die mogelijk bij Laag-Keppel komen. Over de windmolens bij Keppel is veel te doen, maar zekerheid dat deze er niet komen door een laagvlieggebied hebben inwoners niet.
Volgens een woordvoerder van Defensie moet het kabinet eerst besluiten hoeveel laagvlieggebieden Defensie toegekend krijgt en voor welk van de twee alternatieven wordt gekozen (zie onderstaande afbeelding). Dit zal naar verwachting begin volgend jaar gebeuren. Volgens de woordvoerder van Defensie kunnen hier twee alternatieven uit voortvloeien. Optie 1 is het behouden van de huidige laagvlieggebieden met strenge omgevingsregels. Optie 2 is het aanwijzen van extra gebieden, waaronder de Achterhoek, met soepelere omgevingsregels.
Tekst gaat verder onder afbeelding
‘De achterliggende gedachte van het aanwijzen van extra laagvlieggebieden is dat als we alleen de huidige gebieden houden (zie kaart; optie 1) die beter beschermd moeten worden om te voorkomen dat ze op den duur niet meer bruikbaar zijn door de bouw woningen en windparken’, laat een woordvoerder van Defensie desgevraagd weten. In het geval dat optie 2 wordt gekozen, kan de Achterhoek pas in beeld komen om een laagvlieggebied te worden.
Defensie vindt de optie om alleen de huidige laagvlieggebieden te gebruiken onwenselijk omdat zij juist een grotere variatie aan oefenplekken wil. Daarnaast willen ze de overlast van de helikopters over het hele land verspreiden. Het ministerie heeft de sterke voorkeur naar optie 2 omdat op die manier verschillende belangen, zoals die van gemeenten om groene energie op te wekken tegen die van Defensie, op elkaar kunnen worden afgewogen, zo laat een woordvoerder weten. Defensie benadrukt dat er in de laagvlieggebieden geen ruimte is voor grootschalige windparken, maar dat enkele losse windmolens hier niet van uitgesloten zijn.
Wethouder Emmeke Gosselink wil dat Defensie in hun onderzoek meenemen dat er in Bronckhorst veel veehouderij is. “Als de dieren buiten lopen, dan heeft dat echt wel effect. Maar we weten niet wat de intensiteit is, hoeveel laagvlieggebieden er worden aangewezen en hoe vaak ze worden gebruikt”, aldus de wethouder. “Wij zien nu natuurlijk dat Defensie hier regelmatig oefent. Dat gaat helemaal prima, maar dat is natuurlijk niet elke dag.”
Defensie komt begin volgend jaar met resultaten van een onderzoek naar de impact op de leefomgeving. Pas daarna besluit het kabinet welke alternatieve laagvlieggebieden er gekozen worden.
Dit bericht is tot stand gekomen in samenwerking met streekomroep REGIO8