Joris Nieuwenhuis ontpopt zich dit voorjaar steeds meer als een ondersteunende kracht bij klassieke wielerwedstrijden. De wielrenner uit Zelhem doet deze week voor Team DSM mee aan de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik, waarmee hij dit seizoen in totaal vijf voorjaarsklassiekers heeft gereden.
“Ik denk wel dat deze wedstrijden mij heel goed liggen”, zegt Nieuwenhuis over de voorjaarsklassiekers. “Ik heb er afgelopen jaar al een beetje aan mogen proeven en nu merk ik ook wel dat ik dit heel leuk vind. Ik denk ook dat er veel meer uit te halen is.” Toch kwam zijn selectie voor de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik als een verrassing. Het grote aantal zieken binnen Team DSM is reden om de 26-jarige Zelhemmer naar voren te schuiven. “En ik heb het crossseizoen afgelopen winter overgeslagen, waardoor ik veel meer een basis heb kunnen leggen voor deze wedstrijden.”
De Waalse Pijl wordt woensdag verreden en leidt de deelnemers onder meer door de Ardennen. Ook staat de bekende Muur van Hoei op het programma. “Dat wordt vooral ondersteunen”, geeft Nieuwenhuis aan over zijn rol bij de koers in Wallonië. “Ook omdat ik nu na Parijs-Roubaix een rustperiode in zou gaan. Ik zit al een beetje aan het einde van mijn vormpeil.” Aan de Waalse Pijl doen ook de Achterhoekse Jumbo Visma-renners Robert Gesink en Gijs Leemreize mee. “Als ik ze zie, maken we vaak wel even een praatje, maar ik wist niet eens dat ze reden. Ik gok ik dat ik ze in de ochtend nog wel even spreek.”
Na de koers in de Ardennen mag Nieuwenhuis op zondag aantreden in Luik-Bastenaken-Luik. Naast de Zelhemmer, rijden onder meer Søren Kragh Andersen en Romain Bardet voor Team DSM mee. “Als ik die mannen goed af kan zetten op belangrijke punten ben ik al heel tevreden over mijn prestatie”, zegt Nieuwenhuis. “Een grappig detail is dat ik tot nu toe dit jaar in alle drie de monumenten 39e ben geworden, dat verwacht ik dus weer”, zegt Nieuwenhuis grappend. “Qua hoogtemeters is het echt een groot verschil met de andere klassiekers. We gaan het zien en ik hoop dat we met de ploeg iets moois neer kunnen zetten.”
Gevraagd naar een favoriete ronde wijst de Zelhemmer naar de Strade Bianch en Parijs-Roubaix. “Ik keek vroeger nooit echt wielrennen, ik BMX’te en vond het wielrennen langdradig. Maar voor Parijs-Roubaix bleef ik wel de hele dag thuis, dat vond ik supervet.” Met Zdenek Štybar en Sven Nys, die ook begonnen als BMX’er, als voorbeeld besloot Nieuwenhuis zelf zijn BMX-fiets in te ruilen voor een wielrenfiets: “Ik dacht toen: ‘wow, dat kan dus ook’. Toen ben ik het gaan volgen en uiteindelijk zelf gaan rijden. Dat vond ik echt heel vet.”
Een keuze tussen het veldrijden, ook een passie van de Zelhemmer, de grote wielerrondes en de voorjaarsklassiekers wil hij niet maken. “Een grote ronde rijden is ook supervet”, zegt Nieuwenhuis, die twee keer de Tour de France uitreed. “En het veldrijden heeft ook zeker zijn charme. Het is ook allemaal op een ander moment in het jaar, dus ik maak er niet echt een onderscheid in.
Dit bericht is tot stand gekomen in samenwerking met streekomroep REGIO8