Middelgrote gemeenten willen graag minstens 65.000 woningen bouwen en kunnen dat vaak sneller en goedkoper dan grotere gemeenten. Dat stelt burgemeester Sjoerd Potters, voorzitter van het samenwerkingsverband van gemeenten M50. De M50, voorheen Platform Middelgrote Gemeenten (PMG), is een netwerk van middelgrote gemeenten, verspreid over heel Nederland, die vaak een centrumfunctie in de regio vervullen, stedelijke problematiek kennen en een vergelijkbaar aantal inwoners (30.000-80.00) hebben. De Achterhoekse gemeenten Doetinchem, Lochem en Winterswijk zijn ook lid van dit netwerk.

Om de publieke tekorten voor deze woningbouw af te dekken is een bijdrage van het rijk noodzakelijk, maar het aantal middelgrote gemeenten die een bijdrage van het rijk krijgen is relatief laag. “Voor de zogenaamde woningbouwimpuls deed het kabinet een greep uit de kas van het gemeentefonds, maar door strenge eisen en hoge drempels vloeien de gelden vooral naar grote gemeenten en advieskantoren,” stelt burgemeester Sjoerd Potters. “Middelgrote gemeenten kunnen bouwen in hartje centrum, zonder grote transformaties of infrastructurele ontwikkeling. Dat drukt de kosten en brengt de vaart erin”.

Een inventarisatie van de M50 constateert 11 drempels in het beleid van het kabinet die het bouwen in middelgrote gemeenten sterk bemoeilijken, daarbij twijfelen middelgrote gemeenten of ze een aanvraag willen indienen voor de nieuwe ronde van de Woningbouwimpuls. Het regeerakkoord benadrukt de ambities van het kabinet om, verspreid over heel Nederland, 900.000 huizen te bouwen. De gemeentelijke financiering na 2026 is hoogst onzeker en dit beperkt de investeringskracht en plancapaciteit. “De regelingen van het rijk passen meer bij een grote gemeente met een fors personeelsbestand. Wij zoeken handjes in plaats van meedenkers. Wij willen stenen stapelen,” stelt Eva Boswinkel, wethouder Financiën van Zutphen en Vicevoorzitter M50 (GroenLinks).

© Foto: M50 Middelgrote Gemeenten